Iedereen wil uiteraard een integere politie. Macht moet gepaard gaan met vertrouwen en gezag, wat betekent dat het overheidsorgaan integriteit in zich moet dragen. De bewaker van de wet hoort op de eerste plaats zelf de wet na te leven en ethisch correct te handelen. Of integriteitstests het juiste middel zijn om dat doel te bereiken, is evenwel twijfelachtig.
De methode wordt verdedigd vanuit de vaststelling dat ‘een groot deel van de strafklachten tegen politiemensen niet leidt tot een vervolging, ook niet op tuchtvlak’. Het is inderdaad een gegeven dat je als burger die een klacht neerlegt tegen de politie, veelal machteloos staat. De geloofwaardigheid van de politieman staat nu eenmaal hoger aangeschreven dan die van de burger, zeker als de klager ‘een crimineel’ is. Daar komt bij dat de rangen zich sluiten in strafonderzoeken tegen politielui. Collega’s hullen zich in stilzwijgen ter bescherming van het korps. Bewijs leveren is vaak onmogelijk, wat resulteert in een seponering van het onderzoek.
Maar het idee om integriteitstests in te zetten waar strafonderzoeken tekortschieten, doet huiveren, hoe nobel de bedoelingen ook. Als een strafonderzoek al geen bewijs kan leveren, dan kan een integriteitstest daar alleen in slagen door wat soepeler om te gaan met de basisrechten en -regels die een strafonderzoek begrenzen.
Een val opzetten voor agenten van wie wordt vermoed dat ze het niet al te nauw nemen met de wet of de ethiek, grenst aan het toelaatbare. In strafonderzoeken is provocatie verboden.
Imperfectie aanvaarden
Onderzoekers mogen het voornemen om het misdrijf te plegen niet doen ontstaan, versterken of bevestigen. Voor de strafrechtbanken worden hevige debatten gevoerd over de vraag of het misdrijf ook zou zijn gepleegd zonder tussenkomst van de onderzoekers. Bovendien wordt het inzetten van bijzondere onderzoeksmethodes zoals infiltratie en observatie onderworpen aan strenge eisen en een controle van de hoven van beroep.
Welke garanties krijgt de politieman die aan een integriteitstest wordt onderworpen? Wat doe je met een agent die in normale omstandigheden zuiver op de graat is maar in een specifieke testsituatie alsnog wordt verleid tot wat niet mag? En wat zijn de gevolgen van zo’n integriteitsschending? Komt het tot een blaam of een ontslag, of wordt de agent doorverwezen naar het parket met bewijs dat van bij aanvang als nietig moet worden beschouwd?
Agenten verdienen het grootste respect voor het werk dat ze verrichten in het algemeen belang.
Als mogelijk sprake is van een strafrechtelijk vergrijp, komt het onderzoek exclusief toe aan de bevoegde diensten, die volgens het boekje van de strafprocedure moeten handelen. Een alternatief circuit creëren om alsnog bewijs te vinden opent de deur naar misbruiken en fouten. Als beschaafde maatschappij moeten we aanvaarden dat strafonderzoeken soms geen resultaat opleveren. Dit is de keerzijde van de bescherming tegen willekeur en de macht van het overheidsapparaat.
Het aanvaarden van de imperfectie wordt gemakkelijker als in een strafonderzoek alle middelen werden ingezet. En op dat vlak moeten we erkennen dat we geregeld falen in strafonderzoeken naar politielui, die het aureool van onberispelijkheid dragen. Agenten verdienen het grootste respect voor het werk dat ze verrichten in het algemeen belang. Precies om dat respect niet te schaden mogen klachten over strafbare feiten door politielui niet stiefmoederlijk worden behandeld.